Interview met Willem

Wie: Willem Klapwijk
Waar: Aa-landen
Wat: 3,5 dag per week inzet

Willem Klapwijk (29) zag als wijkbewoner in de Aa-landen de nood onder jongeren. Hij stapte op ze af en haalde ze uit hun isolement, gedreven door zijn geloof. Op de pleintjes en veldjes wordt nu weer meer gespeeld. Hij droomt ervan in een wijk te leven waar mensen met elkaar en de jongeren in verbinding zijn en blijven.

Welke nood zie jij onder jongeren in de Aa-landen?

Twee jaar geleden leerde ik een jongetje kennen dat gepest wordt en een lastige thuissituaties heeft. Hij wordt opgevoed door zijn oudere broer. Zijn ouders zijn zestigers en twintig jaar geleden gevlucht naar Nederland. De school heeft zorgen, niemand heeft een ingang. Hij vertoont lastig gedrag, haalt het bloed onder ieders nagels vandaan. Ik kijk naar hem zonder oordeel, liefdevol. Hij voelt zich gezien, ik kom bij hem thuis, we hebben het over de Koran en de Bijbel en de waarde van beide. Het gaat nu veel beter met hem.

Ik droom van mijn wijk vol mensen die met elkaar en met jongeren in verbinding zijn en blijven.

Is zijn verhaal uniek?

Ja, in die zin dat ieders verhaal natuurlijk uniek is. En ook wel omdat hij nog zijn beide ouders heeft. De meeste kinderen en jongeren die ik tegenkom, komen uit samengestelde gezinnen, gescheiden gezinnen. Waar ze met vijf kinderen in een klein huis wonen en tussen de kinderen onderling een ongezonde manier van omgaan met elkaar is. Kinderen die andere kinderen thuis pesten. Het zorgt voor tal van problemen. Tegelijk is het verhaal van het jongetje ook herkenbaar in hen allemaal. Ze hebben iemand nodig die hun wereld begrijpt, in hun wereld aanwezig is en trouw is. Ik wil voorbij het gedrag kijken en zien wat ze echt nodig hebben: aandacht en liefde.

Merk je dat er behoefte is aan jouw aanwezigheid?

Het is belangrijk dat jongeren achter de voordeur vandaan komen. Een alternatief krijgen voor gamen in eenzaamheid en in een sociaal isolement leven. Het fysiek samenkomen op straat en op de pleintjes en veldjes buiten is van grote waarde. Ik ben 2,5 jaar geleden op persoonlijke titel begonnen in de Aa-landen. Ik zag de nood onder jongeren en ik wilde daar iets mee. Inmiddels heb ik contact met circa 175 jongeren, van wie ik voor het overgrote deel het verhaal goed ken. Wat ik heel mooi en heel belangrijk vind, is dat er langdurige relaties zijn ontstaan met ze. Ik kom ook op hun verjaardagen. En dat er tegelijk een netwerk is ontstaan van ouders, vrijwilligers en anderen met wie we samen om de jongeren van de Aa-landen heen staan. Ouders laten me weten dat de levendigheid op straat terug is, dat de kinderen weer buiten spelen en dat ze daar zo van genieten.

Wat is jouw verhaal?

Mijn liefde voor jongeren komt denk ik deels voort uit mijn jeugd. Ik heb tot mijn twaalfde op Curaçao gewoond. Eilandbewoners zijn of enorm bezig met de ander: de toerist. Of ze zijn bezig met zichzelf. In ons gezin stond juist ‘samen’ centraal. Als gezin samen optrekken, de Antilliaanse cultuur omarmen, de taal spreken en tussen de eilandbewoners leven. Wat ook meespeelt is dat we van Curaçao verhuisden naar het Groningse dorp Winsum en toen voor mij direct de middelbare school begon. Ja, dan leer je je wel aanpassen. Je leert ook de ander te lezen. Van nature ben ik wat afwachtend en analytisch. Tegelijk ben ik ook altijd op zoek naar de verbinding. Ik heb later godsdienst en pastoraal werk gestuurd aan de hbo met een minor in jongerenwerk.

Wilt u Willem meehelpen met dit mooie werk?

Steun het project van Willem

Waarom ben je dan juist met jongeren aan de slag gegaan?

Jongeren zijn direct en open, hebben veel minder muurtjes en maskers. Ik hou daarvan. Door mijn achtergrond ben ik vrij goed in het herkennen van emoties, in geval van jongeren: boosheid, schoppen en slaan. Het helpt er voor ze te zijn en je hoeft niet veel te doen. Gewoon er te zijn. Ik hou ook veel van het wijkwerk op straat. Het creëert de ingang om contact te hebben. Er komen ouders mee maar ook ouderen, die nieuwsgierig zijn naar wat er in hun buurt gebeurt. Het is toch de toekomst. Misschien had ik ook wel ergens consultant kunnen worden en ik heb ook wel een tijdje advieswerk gedaan. Maar ik kan niet zonder mijn voeten in de klei. Het betaalt minder, direct resultaat is moeilijk te zien, maar het geeft veel meer voldoening.

Hoe ziet jouw dag eruit?

Door de steun vanuit mijn netwerk, de kerk en de wijk, is het voor mij nu mogelijk om vrijwel fulltime in de wijk te werken, waarvan 3,5 dag betaald. Het grootste deel van mijn tijd investeer ik in de jongeren. Maar ik steek ook tijd in het netwerk, mede omdat het mogelijk maakt dat ik komende jaren dit werk kan blijven doen.

Hoe zit het met God op straat?

Geloof is in de basis iets wat mij persoonlijk drijft en daardoor draag ik dat uit. Ik ben er open en duidelijk over en vind het ook fijn om te kunnen zeggen dat ik christen ben. Mensen mogen nooit het gevoel krijgen ik het met een dubbele agenda doe. Maar ik schreeuw het niet van de daken. Ik denk dat veel jongeren die bijvoorbeeld op woensdag komen, de drukste dag, bij mij niet als eerst denken aan het geloof. Ik ben er vooral om het geloof uit te leven. Als het uitdragen voorop staat, staat het in de weg om de ander te zien. Ik hou meer van de ander te bevragen en uit te leggen wat ik doe. Dat heb ik wel echt moeten leren trouwens.

Geloof is in de basis iets wat mij persoonlijk drijft en daardoor draag ik dat uit.

Waaraan merk je dat Youth for Christ de jongeren iets te bieden heeft?

Als wijkbewoner ben ik vrijwillig gestart met jongerenwerk en heb ik me later bij Youth for Christ Zwolle aangesloten. Ik ben in de eerste plaats nog altijd die wijkbewoner die dingen doet. Maar Youth for Christ is wel heel belangrijk om dat het mogelijk maakt meer impact te hebben. Ik krijg er ondersteuning, training en praktische hulp bij financiële zaken bijvoorbeeld. De visie van Youth for Christ sluit erg aan bij mijn visie. Ik vat het ook wel eens samen als ‘GIFT’: gebed&geloof, investeren, financiën en tweerichtingen. Overigens werk ik net zo lief met niet-christenen samen. Gebed&geloof staan dan voor het aangaan van een relatie die verdergaat dan geld geven. En er moet altijd iets in zitten van wederkerigheid, echte verbinding.
Door het grotere netwerk van Youth for Christ hebben we nu een aanvraag gedaan voor een mobiele ontmoetingsplek in de vorm van een bus die we op straat kunnen inzetten en waarmee we een pannakooi mee naar de wijken kunnen nemen.

Wat is je droom voor de jongeren in de wijk?

Jongeren in een deel van de Aa-landen groeien gemiddeld genomen op in lastiger omstandigheden. Het beïnvloedt hun sociale, emotionele, lichamelijke en geestelijke gezondheid. Ik wil dat ze een gezonde verhouding tot de samenleving ontwikkelen, hun overtuigingen ontwikkelen, God leren kennen. Ik hoop dat jongeren en wijkbewoners eigenaar worden van de oplossing om jongeren te helpen groeien. Dat we en wijk vormen van mensen die dezelfde droom hebben voor elkaar.